
Wat is de toekomst van datagebruik en hoe kunnen data-adviseurs en data-analisten meer impact maken?
De toekomst van datagebruik en de vraag hoe data-adviseurs, data-analisten en data-scientists meer impact kunnen maken binnen hun organisaties stonden centraal tijdens een kennisbijeenkomst die Kurtosis organiseerde voor o.a. deelnemers uit het sociaal - en publieke domein zoals Stichting Enver, ICTU, verschillende gemeenten maar ook de Future City Foundation. Tevens werd het nieuwe trainingsplatform van Kurtosis 'Data To Go' feestelijk gelanceerd. De uitkomsten van de discussies en presentaties willen we graag delen.
De toekomst van datagebruik
Trendwatcher Mark Schipper van bureau Freshmark stelt drie toekomstvragen over datagebruik:
1) Hoe ziet datagebruik er in 2035 uit?
2) Waar gaat het schuren?
3) Waar zie je hoop en toegevoegde waarde?
Deze vragen maken direct veel los. Werken met data betekent vooral doen, trial en error; meer lef om intuïtief te durven werken met data, zal de toegevoegde waarde van data voor dienstverlening ten goede komen. Data zal steeds sneller tot ons komen, real time. Het is belangrijk dat burgers en consumenten eigenaar worden van hun eigen data, bijvoorbeeld in de vorm van datakluizen. Data zal ons leven steeds vaker automatisch gaan beïnvloeden, je merkt er weinig van, het gaat onbewust. En essentieel in het datagebruik door de overheid is de verantwoording en transparantie ervan.
Datagebruik zorgt ook voor de nodige schuring nu, en in de toekomst zal dat niet anders zijn. Data gaat over echte mensen, dat is en zal altijd een gevoeligheid blijven, hoe ga je hiermee om? Door toenemend datagebruik zullen mensen nog meer verslaafd raken aan het online leven. Ja en wie begrijpt het straks nog allemaal? Raken we het overzicht kwijt en wordt het te complex en te veel? Hoe groot wordt de groep digibeten? Verkeerd gebruik zal ook vaker voorkomen en ook opstand en aversie tegen impact van datagebruik op het dagelijks leven.
Gelukkig is er ook hoop, de hoop dat datagebruik voor een mooiere en betere maatschappij zorgt. Zo zullen we in de toekomst sneller inzicht krijgen in onze eigen situatie, hoe we ervoor staan en hoe we het best kunnen handelen. Ook zal data ons meer ondersteunen en gemak bieden in dagelijkse werkzaamheden, het ontlast ons en helpt ons om te kunnen focussen op wat belangrijk is. Overheidsdienstverlening wordt er beter, gerichter en preventiever door. Bijvoorbeeld in de zorg, waar beter en sneller gehandeld kan worden op zorgbehoeften van burgers. Maar ook armoedebestrijding kan veel gerichter en sneller met hulp van data uitgevoerd worden.
Tot slot kan trendactivatie helpen bij het beter kunnen beantwoorden van de toekomstvragen. Trendactivatie zorgt voor meer variatie, rijkdom en draagvlak van de antwoorden. Tijdens de training Data Consultancy Fundamentals, die wordt verzorgd door Data To Go, wordt een speciale middag besteed aan de toekomst van datagebruik en van data-advies met hulp van trends. Dit zal de nodige nieuwsgierigheid wekken naar de training!
Impact maken met data en de persoonlijke touch
Voor het impact maken met data door bijvoorbeeld data-analisten gaat het om de adviesvaardigheden, als ook om het vermogen/onvermogen van het omgaan met de dynamiek die men aantreft op het moment dat men met een advies komt. Wat daarbij een rol speelt is dat degene die het advies ontvangt niet altijd open staat voor alle kennis en kunde van de adviseur die dataspecialist is. Vaak valt de aandachtscurve dan nogal tegen. Wat maakt dat sommige organisaties en personen het lastig vinden om advies te krijgen die betrekking hebben op data? Veel respondenten uit het publieke domein gaven aan dat zowel bestuurders als ambtenaren de angst hebben dat data te transparant zijn.
Belangrijk is de persoonlijke verbinding. Naast de kennis die iemand heeft van het vak behoor je ook te weten hoe je een advies of boodschap brengt. De afgelopen tijd lijkt het erop dat mensen het vertrouwen in data verliezen, alleen harde feiten presenteren zal de klant niet altijd overtuigen. Het is van groot belang dat je weet hoe je het vertrouwen van de klant kan winnen. Dat kan o.a. door echt geïnteresseerd te zijn in de klant en proberen te weten te komen wat de vraag achter de vraag is. Wat is de doelstelling van de klant? Aan vertrouwen kan je systematisch bouwen. Zie hiervoor ‘The trusted advisor’ van David Maister. Hierin zegt Maister dat door het creëren van vertrouwen, adviseurs het recht verwerven om invloed op cliënten uit te oefenen. Vertrouwen vormt ook de basis voor klanttevredenheid en loyaliteit. Maister werkt vijf stappen uit om een op vertrouwen gebaseerde relatie te creëren: contact leggen, luisteren, inkaderen, visies ontwikkelen en toezeggingen doen.
De experts en sprekers waren: Indra Balwant (Inclusionsearch, organisatieadviseur gespecialiseerd in veranderprocessen, coaching en managementadvies), Luc Steenhorst (management consultant, expert in organisatieontwikkeling, tot voor kort directeur bij Berenschot) en Arno Geurtsen (consultant governance en bedrijfsvoering en executive director van twee opleidingen bij de Erasmus Universiteit).

De lessen uit de praktijk
Tot slot een kijkje hoe het er op de werkvloer aan toe gaat. Bij dit onderwerp zijn steeds terugkerende thema’s:
- medewerkers die zich niet gehoord voelen in de problematiek waar zij mee te maken hebben tot de manager die data aangeboden krijgt waar hij niets mee kan
- onbegrip bij de ‘business’ omdat dashboards onvoldoende aansluiten bij de belevingswereld en niveau van de business actor (vaak domein deskundige of manager)
- de ‘vrijheid blijheid’ cultuur om data wel of niet te consumeren: als men de data leest in het dashboard of monitor en men ziet een beeld dat niet strookt met de eigen verwachting (of wens) bestaat er een bepaalde vrijheid om die data niet te gebruiken
- gebrekkige data-kwaliteit (grappig is overigens dat vrijwel iedereen aangeeft dat zolang de data nog in applicaties zit hier geen gewag van wordt gemaakt maar zodra het als ruwe data-bron wordt gebruikt het als probleem wordt ervaren)
- dashboards worden vaak ingericht om het verleden te kunnen duiden, de stap naar verklarende en voorspellende modellen wordt nog weinig gemaakt
- dashboards worden vaak als eindproduct gezien (handover naar de klant die onvoldoende weet waar deze naar kijkt)
- er wordt nog erg weinig samengewerkt op het gebied van data (zelfs vaak beperkt binnen de eigen organisatie over afdelingen heen waardoor we de waarde van datadelen onvoldoende benutten
- bij data wordt nog veel uitgegaan van bekende en reeds bestaande datasets (aanbod) in plaats van het creëren van relevante data (vanuit Internet of Things)
- consensus over het feit dat er met meer dan 20.000 openbare datasets heel veel al beschikbaar is, toch gebruiken we met name onze eigen data (onbekend maakt onbemind?)
- data-gebruik i.r.t. doelbinding is voor velen nog een zoektocht (ook vanwege gebrek aan bijv. registers)
- toestemming (DPIA) verschilt erg van organisatie tot organisatie (qua strengheid en doorlooptijd)
- AVG wordt nogal eens als excuus uit de kast getoverd, echter lang niet altijd terecht want je mag best veel indien je het maar goed weet te beargumenteren, ‘privacy tenzij’ is de eigenlijke regel
- we voelen ons met z’n allen redelijk alleen staan in de organisaties gezien de lage mate van databewustzijn, urgentie en interesse
Dit laatste onderdeel werd kwam voor rekening van Klaes Sikkema (WE-consulting, dat technologische innovaties verbindt aan maatschappelijke opgaven) en Ad Stander (data-officer en adviseur o.a. de gemeente Den Haag en Westland.
Tom Pots, programmamanager datagedreven werken bij de Gemeente Zaanstad deed de kick-off van deze kennisbijeenkomst: "Datagestuurd werken is je onderdompelen in de data en samen kijken naar de analyses; verzamelen, interpreteren en analyseren”. Ook stipte hij het belang aan van het helder hebben van je doelen: “Als je niet weet wat je wil bereiken, weet je zeker niet wat je wil weten”, aldus Pot.
